Vlaamse social-profitsectoren

Er zijn 5 Vlaamse social-profitsectoren. De regelgeving met betrekking tot deze sectoren bevindt zich op het Vlaamse bestuursniveau. Elke sector heeft zijn eigen paritair comité.

Afbeelding
Vlaamse sectoren

Bron: Website RSZ (2019.03), SMALS – Gegevens RSZ Dmfa 2019.03

Daarnaast is er nog de sector ‘Lokale Diensteneconomie’. Hiervoor bestaat geen apart Paritair comité. De LDE-sector telt 196 organisaties en meer dan 2500 werknemers

Op zoek naar meer cijfers?
Recente arbeidsmarktcijfers voor alle Vlaamse social-profitsectoren vind je op de website van Verso

 

Binnen de Gezinszorg zijn 31 grote diensten voor thuiszorg actief. Er werken ruim 29.000 mensen wat staat voor bijna 21.000 voltijds equivalenten (VTE). De grootste groep werkt als verzorgende/zorgkundige. Daarnaast zijn velen aan de slag als logistiek medewerker. Verder zijn er een aantal begeleidings- en andere omkaderingsfuncties.

Vormingsfonds Gezinszorg

Het paritair comité 319.01 omvat organisaties die instaan voor de zorg, begeleiding en ondersteuning van een divers doelpubliek (kinderen, gehandicapten, jongeren, ouders, ouderen, gezinnen,…).

De sector stelde in 2019 binnen een 420-tal vzw's verspreid over Brussel en Vlaanderen ongeveer 43.000 mensen te werk. De meesten hiervan zijn actief in de gehandicaptenzorg.

Sociaal Fonds voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen

De Beschutte en Sociale werkplaatsen worden sinds de inwerkingtreding van het Maatwerkdecreet ‘maatwerkbedrijven’ genoemd. De sociale economie biedt onderdak aan personen met een arbeidsbeperking die moeilijk toegang hebben tot de reguliere arbeidsmarkt.

In de sociale economie is er ruimte voor specifieke begeleiding en ondersteuning op de werkvloer - met doorstroom naar het normale economisch circuit waar dat mogelijk is.

Traditioneel zijn in de Beschutte werkplaatsen vooral mensen met een cognitieve of fysieke beperking actief. De klemtoon ligt er vooral op industriële activiteiten en productie.

In de Sociale werkplaatsen werken eerder mensen met een psychosociale problematiek. De activiteiten zijn er vooral dienstverlenend van aard.

Dit onderscheid zal geleidelijk aan vervagen. In 2019 werkten er in de 54 Beschutte werkplaatsen 20.140 mensen, waarvan 17.417 personen met een arbeidshandicap. In de xxx Sociale werkplaatsen werkten in 2019 8.800 werknemers.

Meer info vind je op de website sociale economie.

In de socioculturele sector werkten in 2018 zo’n 20.000 werknemers.De honderden organisaties die de sector rijk is, bieden een brede waaier van activiteiten aan die zowel (re)creatief, educatief als maatschappelijk georiënteerd kunnen zijn. Het sociaal-cultureel werk herleiden tot initiatieven die netjes behoren tot één van deze domeinen zou echter verkeerd zijn. Net de integratie van vorming, animatie, cultuur en sociale actie is een specifiek kenmerk van het sociaal-cultureel werk. De socioculturele sector kent dan ook niet minder dan 17 subsectoren.

Sociaal Fonds voor het sociaal-cultureel werk

Deze sector is verdeeld in 2 subsectoren: de kinderopvang en de gezondheidsinstellingen en –diensten. Binnen de kleinere sector van de gezondheidsdiensten zijn zo’n 2600 medewerkers actief, verspreid over een 100-tal werkgevers.

De kinderopvang is een heel divers landschap met méér dan 800 werkgevers en 13.000 werknemers.

Sociaal Fonds voor de vlaamse welzijns- en gezondheidssector

De basisidee van de lokale diensteneconomie (LDE) is de uitbouw van een aanvullend dienstenaanbod vanuit de overheid dat nauw aansluit bij de maatschappelijke trends en noden waarbij tegelijk kansen op tewerkstelling worden gecreëerd voor doelgroepwerknemers.

De LDE situeert zich steeds binnen lokale, bovenlokale of Vlaamse bevoegdheden. Omwille van hun specifieke karakter, hun kostprijs en hun toegankelijkheid moeten de diensten aanvullend zijn op het bestaande reguliere dienstenaanbod.

In Vlaanderen zijn 196 organisaties actief in de lokale diensteneconomie. Daar werken meer dan 2500 mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt of mensen in de omkadering.

Meer info vind je op de Koepel Lokale Diensteneconomie.

Vormingsfonds voor lokale diensteneconomie (LDE)