Vormingsfonds sociale werkplaatsen
De sector van de voormalige sociale werkplaatsen heeft een vormingsfonds opgericht dat vormingen voorziet voor deze werkplaatsen.
Sinds 1 januari 2019 zijn de voormalige én sociale werkplaatsen allemaal maatwerkbedrijven geworden. Maatwerkbedrijven zijn bedrijven die mensen tewerkstellen die niet in het ‘reguliere’ arbeidscircuit terecht kunnen. Hun doel is sociaal, hun middelen zijn economisch.
In 2019 werkten er 29.305 personen in de 156 bedrijven voor collectief maatwerk, goed voor 17.915 VTE.
Ongeveer 23% daarvan werkt in een Sociale werkplaats en 77% werkt in een Beschutte werkplaats.
De meeste van deze werknemers zijn doelgroepwerknemers. Het gaat om werknemers die geen job vinden op de reguliere arbeidsmarkt. Hier zijn verschillende redenen voor: gezondheidsproblemen, mentale en/of fysieke beperkingen, problemen in het persoonlijke leven.
De sociale werkplaatsen in Vlaanderen zijn op diverse manieren actief: kringwinkels, onderhoud van openbaar groen, schoonmaak, bouw en renovatie, sociale restaurants, strijkwinkels, fietsherstelplaatsen en fietspunten...
De financiering van het vormingsaanbod in beide gewezen subsectoren is verschillend. Daarom blijft er een onderscheid bestaan tussen het vormingsaanbod voor sociale en beschutte werkplaatsen.
Het vormingsfonds sociale werkplaatsen beheert de middelen afkomstig van:
- de 0,10 %-maatregel voor 'risicogroepen'
- het VIVO-vormingsbudget
- het budget vanuit het Vlaams Intersectoraal-akkoord (VIA).
Met deze middelen financiert het Vormingsfonds een apart Vormingsaanbod voor de sociale werkplaatsen.