Aandachtspunten bij het overleg over het jaarlijks opleidingsplan
Het jaarlijks opleidingsplan wordt sinds de arbeidsdeal verplicht geagendeerd op het sociaal overleg in organisaties met minstens 20 werknemers.
Hoe je dit overleg voorbereid? Hieronder vind je een aantal vragen die werknemersvertegenwoordigers kunnen stellen en die jou dus kunnen helpen om het overleg voor te bereiden.
Het opleidingsplan moet uitleggen op welke wijze het bijdraagt aan de wettelijke verplichte investering in opleidingen, met name het individueel opleidingsrecht.
- Hoe zullen de opleidingsinspanningen per persoon geregistreerd worden? Welke afspraken zijn er hierrond?
- Welke gegevens werden in 2023 geregistreerd? Welke inzichten levert dit op?
In het opleidingsplan staan alle geplande initiatieven voor het komende kalenderjaar opgelijst. Het plan is het resultaat van een analyse van de behoeften.
- Hoe is men tot de voorgestelde opleidingen gekomen? Is er een grondige analyse van de behoeften gebeurt? Wie werd hierbij betrokken?
- Zijn er noden naar boven gekomen die geen plaats hebben gekregen in het plan? Waarom is dat? Hoe worden hierrond keuzes gemaakt?
- Worden de voorgestelde opleidingen als nuttig ervaren door de werknemersvertegenwoordigers? Zien zij zelf nog opleidingsnoden?
Het plan kan inzetten op diverse formele en informele leervormen.
- Welke leervormen bevat het opleidingsplan? Waarom wordt er gekozen voor een bepaalde leervorm?
- Is er al aandacht voor moderne leervormen zoals webinars, games of virtual reality? Hoe kunnen we in onze organisatie deze leervormen een plaats geven?
- Leren op de werkvloer is een belangrijke leervorm? Hoe krijgt deze een plaats in het opleidingsplan?
Onderzoek toont aan dat niet iedereen evenveel met opleiding aan de slag gaat.
- Hoe zit dit in onze organisatie? Komen alle werknemers aan bod? Krijgt iedereen evenveel kansen om opleiding te volgen?
- Is er voldoende aandacht voor de opleidingsdeelname van risicogroepen? Denk daarbij aan oudere werknemers, werknemers met een verminderde arbeidsgeschiktheid, werknemers met een niet-EU-nationaliteit, andere doelgroepen zoals vrouwen/mannen, kortgeschoolde werknemers,…
In sommige settings kan het ook gaan om bepaalde functies die minder deelnemen aan opleiding.
- Welke cijfers hebben we hierover?
- Wat kunnen we doen om de opleidingsdeelname van deze groepen te verhogen? Welke drempels zijn er voor hen?
De wetgeving vereist dat het opleidingsplan ook vermeld wat er in je organisatie gebeurt voor opleidingen rond knelpuntberoepen.
- Welke knelpuntberoepen kennen we in onze organisatie? Organiseren we er zelf initiatieven rond?
- Maken we de mogelijkheden die er zijn om te werken en dit te combineren met het verwerven van een diploma bekend aan de werknemers?
- Hoe zullen de opleidingen geëvalueerd worden? Wordt er gewerkt met evaluatieformulieren? Wat zal bevraagd worden?
- Zal bijgehouden worden welke opleidingen doorgaan en welke niet, en welke opleidingen eventueel bijkomend georganiseerd worden?
- Zullen de effecten op de werkvloer gemeten worden? Hoe?
Niet opgenomen als onderdeel van het verplicht opleidingsplan maar in de praktijk wel onderwerp van gesprek als het over leren gaat: de middelen die er in de organisatie ter beschikking zijn voor leren en leercondities op de werkvloer.
Opleiding en leren vereisen middelen. Tijd en geld, maar ook de nodige accommodatie, ICT-systemen, duidelijke afspraken en procedures.
- Is het voor de medewerkers duidelijk wie welke opleidingen kan volgen? Hoe deze in de werkuren vallen? Op welke budget ze beroep kunnen doen? Waar ze vragen voor opleiding kunnen stellen?
- Is bekeken of de duur van de opleiding toereikend is? Zodat de werknemers na de opleiding met het geleerde aan de slag kunnen gaan? Krijgen medewerkers de tijd en ruimte om wat ze leren te oefenen?
- Hoe gebeurt de inplanning van opleidingen? Wordt er rekening gehouden met drukke periodes op het werk? Of wordt er voor vervanging gezorgd tijdens de opleiding?
- Worden de leidinggevenden geïnformeerd? Zijn zij het eens met de leerinitiatieven? Garanderen ze een opvolging op de werkvloer? Is het voor hen duidelijk welke rol ze hebben in het leerbeleid?
Heel veel leren gebeurt gewoon tijdens het werk. De manier waarop het werk georganiseerd is en de faciliteiten kunnen leren bevorderen of belemmeren.
- Is er ruimte voor persoonlijke initiatieven van medewerkers?
- Is er ruimte om te experimenteren? Hoe wordt naar fouten gekeken?
- Zijn er afspraken rond kennisdeling?
- Is het leerplatform (als dit er is) makkelijk toegankelijk? Is het mogelijk om tijd te blokkeren in agenda’s voor online leermodules?
- Hoe motiveren we voor leren en opleiding?
Zijn er duidelijke afspraken en procedures?
- Hoe worden opleidingsuren buiten de werkuren vergoed of gecompenseerd?
- Zullen er na bepaalde opleidingen nieuwe verantwoordelijkheden zijn?
- Als er gewerkt wordt met testen: is het duidelijk wat er gebeurt als men niet slaagt?
Niet alle vragen moeten meegenomen worden naar het overleg. Bekijk welke informatie relevant is. Pik er die gegevens uit die nu het meest aan de orde zijn en helpen om stappen vooruit te zetten in de richting van een sterker leerbeleid én een echte leercultuur. Het overleg is een kwestie van het gesprek aangaan, van samen op te sporen waar obstakels en uitdagingen zitten en zo de koers voor verdere uitbouw van het leerbeleid uit te zetten.