Het sociaal statuut en de RSZ | Vivo

Het sociaal statuut en de RSZ

Afbeelding
onthaalouder

Veelgestelde vragen

Elke nieuwe kinderbegeleider in sui generisstatuut moet je bij de aanvang van de samenwerking op elektronische wijze aangeven. Dit geldt ook als je de samenwerking beëindigt. Zag je dit over het hoofd, breng dit dan zo spoedig mogelijk in orde en geef de werkelijke datum van aanvang of beëindiging door.

Een kinderbegeleider in sui generisstatuut kiest zelf in welke volgorde zij verlof met en zonder sociale rechten opneemt.
Zo kan een onthaalouder vakantiedagen zonder sociale rechten verspreiden over snipperdagen en korte vakantieperiodes en de 20 gelijkgestelde vakantiedagen opsparen voor de zomervakantie. Op die manier geniet de onthaalouder optimaal van de schorsing in het kader van de 4-wekenregel.

Elke kinderbegeleider in sui generisstatuut die werkt in het 'sui generis' statuut, heeft recht op 20 sluitingsdagen met behoud van sociale rechten. Dit ongeacht het aantal opvangkinderen, het aantal dagen dat de kinderbegeleider beschikbaar is voor opvang en de maand van het jaar waarin de kinderbegeleider gestart is.

Binnen de Vlaamse Regelgeving bestaat er geen grond meer om de erkende capaciteit te beperken. Alle onthaalouders hebben een erkende capaciteit van '4'.

Het sui generisstatuut is verplicht voor alle onthaalouders aangesloten bij een organisator gezinsopvang. Alleen voor onthaalouders in werknemersstatuut of zelfstandige onthaalouders geldt een andere regeling m.b.t. sociale zekerheid.

Neen, tijdens de periode als kinderbegeleider in sui generisstatuut wordt geen recht op jaarlijkse vakantie voor werknemers opgebouwd. Deze periode wordt niet gelijkgesteld.

Kinderen worden als 'persoon ten laste' beschouwd, zolang aan volgende voorwaarden voldaan is:

  • Het kind moet deel uitmaken van het gezin: dat betekent dat het kind dat u ten laste wil nemen daadwerkelijk en op duurzame wijze met u moet samenwonen. 
  • De nettobestaansmiddelen van het kind mogen bepaalde bedragen niet overschrijden. Deze bedragen verschillen naargelang de gezinssituatie. Zie Kinderen | FOD Financiën (belgium.be)
  • Het kind mag geen bezoldigingen ontvangen die door een ouder (of het bedrijf van de ouder) ingebracht worden als beroepskosten.

Onthaalouders hebben net als werknemers recht op   rouwverlof. Het rouwverlof wordt door de RVA vergoed als opvanguitkering omwille van een overmachtssituatie. Het rouwverlof bedraagt 1 tot 10 dagen naargelang de relatie met de overleden persoon.

Zie ook https://www.rva.be/werkgevers/onthaalouders/deel-c-bijzondere-situaties

Je kan het sui generisstatuut combineren met een flexi-job. Daarvoor moet  je minstens 4/5de prestaties kunnen aantonen in het 3de kwartaal voorafgaand aan het kwartaal waarin je de flexi-job wenst te doen. Voor het nazicht van deze tewerkstellingsvoorwaarde wordt rekening gehouden met de in uren uitgedrukte effectief geleverde prestaties waarbij de opvang van 1 kind gedurende een volledige dag overeenkomt met 1,9 uur en bepaalde naar uren omgerekende afwezigheden zoals bijvoorbeeld ziekte, zwangerschapsverlof, arbeidsongeval…. De naar uren omgerekende afwezigheden omwille van vakantie, feestdagen of sluiting zonder loon tellen niet mee. Er wordt ook rekening gehouden met het aantal kalenderdagen van het referentiekwartaal.

Als je aantal opvangprestaties gedaald is (van voltijds naar 4/5) mag je gedurende 2 kwartalen geen flexi-job uitoefenen.

Omdat ik een ingewikkelde berekening met bijkomende voorwaarden, is kan je organisator niet met zekerheid bepalen of je al dan niet in een bepaald kwartaal een flexi-job kan uitoefenen. Je kan op 'My Career.be' zelf nagaan of je al dan niet in aanmerking komt voor een flexi-job.