Het sociaal statuut en het pensioen | Vivo

Het sociaal statuut en het pensioen

Afbeelding
onthaalouder

Veelgestelde vragen

De Rijksdienst voor Pensioenen (RVP) onderzoekt altijd de voordeligste pensioenregeling voor het gezin:

  • hetzij de toekenning van het gezinspensioen aan één van de echtgenoten,
  • hetzij de toekenning van het persoonlijk pensioen aan beide echtgenoten.De kinderbegeleider in sui generisstatuut moet niets ondernemen .

De RVP onderzoekt het dossier op het ogenblik van de aanvraag en stelt het meest gunstige systeem voor.

Het pensioen van sui generisonthaalouders wordt op dezelfde manier behandeld en berekend als dat van werknemers. De jaren waarin je als sui generis onthaalouder werkte verschijnen als ‘werknemer’ in je pensioendossier.

De prestaties als kinderbegeleider in sui generisstatuut zijn gelinkt aan RSZ-uren; waarbij 20 opvangdagen per week gelijkgesteld wordt met voltijds werken.

1 kindopvangdag = 1,9 RSZ uren X 20 = 38 uren week.

Hieraan koppelt de overheid het fictief het minimumloon aan dat als basis dient voor de berekening van sociale uitkeringen zoals het pensioen.
Welk fictief loon voor jou geregistreerd werd zie je op je je jaarlijkse pensioenfiche of jaaruittreksel. De jaaruittreksels vanaf 2010 kan je bekijken op mypension.be. Oudere pensioenfiches werden per post bezorgd.

Op mypension.be kan je zien kan je zien wanneer je met pensioen kan gaan en wat je geraamde pensioenbedrag is. Ben je ouder dan 57 jaar en vind je het antwoord op je vraag niet dan kan je een raming op maat aanvragen. Met je vragen kan je terecht bij de regionale pensioenpunten of telefonisch via het telefoonnummer 1765.

Ja, als sui generisonthaalouder mag je sinds 2007een overlevingspensioen cumuleren met ziekte-uitkering en/of opvanguitkering. En dit gedurende maximaal 12 al dan niet aaneensluitende maanden.

Na deze periode van 12 maanden moet je kiezen tussen het overlevingspensioen en de opvanguitkering.

Je vult volgende formulieren in en bezorgt ze aan je uitbetalingsinstelling:

  • formulier C 1B ook verkrijgbaar via je uitbetalingsinstelling of de hulpkas voor werkloosheid
  • een model 74  van de Rijksdienst voor Pensioenen (RVP) via mypension.be, een pensioenpunt of je gemeentebestuur
  • je dient een formulier C220A in bij je uitbetalingsinstelling en kruist volgende tekst aan: "Ik ontvang een overlevingspensioen en ik vraag de cumulatie met opvanguitkeringen binnen het krediet van 12 maanden (periode van toegelaten cumulatie van een overlevingspensioen met sociale uitkeringen). Ik voeg hierbij een FORMULIER C1B en een kopie van het model 74 waarmee ik aan de sector pensioenen de cumul met werkloosheidsuitkeringen heb aangegeven."

Als je het overlevingspensioen cumuleert met de opvanguitkering en het pensioen overschrijdt het bedrag van de inkomensgarantie voor ouderen, dan beperkt de RVP automatisch het pensioen. Als onthaalouder informeer je best eerst naar het bedrag van de opvanguitkering die je kan ontvangen. Zo ga je na of de combinatie van de uitkering voordeliger is dan het volle bedrag van het overlevingspensioen alleen.

Bij  ziekte en invaliditeitsuitkering zal de pensioendienst het overlevingspensioen beperken tot vastgelegde maximale bedragen.

De RVA maakt 12 maanden na de aanvraag de betalingen van de opvanguitkeringen onmogelijk. Als de kinderbegeleider in sui generisstatuut het krediet van 12 maanden nog niet heeft opgebruikt, moet dit kenbaar gemaakt worden via de uitbetalingsinstelling met het formulier C8.

Vermeld hierbij: “verlenging met ... maanden gezien geen opvanguitkeringen of ziekte-uitkeringen in de maanden ... of gezien geen pensioen genoten voor de maanden ...”

Opgelet: Een volledige maand ziekte-uitkering maakt ook deel uit van het krediet.
De RVA heeft geen zicht op de al dan niet ontvangen uitkeringen van het ziekenfonds. De kinderbegeleider in sui generisstatuut voegt dan een verklaring op eer bij met de vermelding “geen ziekte-uitkering genoten in de maanden [invullen] waarbij geen opvanguitkeringen werden aangevraagd” + het adres van het ziekenfonds en het aansluitingsnummer.

De kinderbegeleider ontvangt vanaf dat moment in principe een rustpensioen tenzij de RVP dit schorst omdat de grensbedragen van de toegelaten activiteit met meer dan 15% zijn overschreden.
Vanaf dat ogenblik beschouwt de RVP deze kinderbegeleider in de gezinsopvang als rustgepensioneerde, ongeacht of zij het rustpensioen uitbetalen of niet. Deze onthaalouder mag de sociale uitkeringen niet langer cumuleren. De cumulmogelijkheid geldt uitsluitend voor het overlevingspensioen.

Neen. De RVP baseert zich hiervoor op het KB nr. 50 van 24 oktober 1967 betreffende het rust- en overlevingspensioen voor werknemers dat bepaalt dat het loon van het jaar waarin de uitkering ingaat en het loon van het jaar waarin de betrokkene een rustpensioen geniet, niet in aanmerking worden genomen voor de berekening van het pensioen.