Alle nieuws

Als motivatie moetivatie wordt

Hoezo je bent niet gemotiveerd? Je werkt toch in de social profit. Daar werken mensen toch voor een sociaal doel en niet voor een commercieel doel. Dan kan het toch niet anders dan dat jullie gemotiveerd zijn. Hoor je het mensen al zeggen? Zucht, nu verlies ik mijn motivatie al helemaal.

Afbeelding
motivatie

 

 

“Zal ik jullie iets vertellen over goestingveroudering?” We zijn al een goed stuk in de voormiddag van de workshop Met goesting aan het werk wanneer ik deze vraag stel aan de deelnemers. “Wat is dat goestingveroudering?”, roept iemand. “Wat denk je dat dit is?” vraag ik. “Goesting is gekozen als mooiste woord in Vlaanderen, zegt iemand”.

Marijke die nog niet veel aan het woord was zegt zacht: “Goh toen ik startte in deze job, nu 6,5 jaar geleden, dan wilde ik niet liever dan alleen deze taken doen. Maar ik voel dat ik daar steeds minder zin in heb. Ik schaam me een beetje omdat ik dit werk zelf gekozen heb. Ik ben weggegaan uit een goedbetaalde job en moest mijn man overtuigen. En nu heb ik die twijfels. Daar pieker ik dan over. Ik pep me op en dan gaat het een paar dagen beter, maar dan ‘s maandags is het weer lastig. Is het zoiets?”, kijkt ze me vragend aan?

Ik knik naar haar en vraag “Wie herkent dit?” Een aantal handen gaan de lucht in, sommige aarzelend. Enkele mensen die hun hand naar beneden hielden kijken ontzet. Eentje schudt het hoofd en zegt: “amai, ikke niet hoor”

Afbeelding
goesting

 

 

Marijke geeft hier een mooi voorbeeld. Goesting veroudert in de tijd. Dat is normaal. Dat komt bij iedereen voor, iedereen herkent het ook, alleen wordt er bijna nooit over gepraat. De snelheid waarmee onze goesting veroudert is niet voor iedereen hetzelfde en het hangt ook af van de context. Er zijn drie groepen: de snelle, de trage en de gemiddelde goestingverouderaars.

Het gevoel zit vanbinnen. Je doet iets en na een tijd ben je wat uitgekeken, ook al kan je het nu heel goed. De ene is al snel taken beu en die zoekt wat anders. Dat kan een job zijn waar de taken voortdurend veranderen. De andere vindt dat raar want die doet een taak al lang en die is dat nog steeds niet beu. Die heeft het niet zo met al die veranderingen. De grootste groep zit tussen die twee. Ze zijn na 5 à 7 jaar uitgekeken. De snelle verouderaars verliezen hun goesting al na 3 jaar en de trage kunnen makkelijk 15 à 20 jaar hetzelfde doen.

De snelheid waarmee onze goesting veroudert is niet voor iedereen hetzelfde en het hangt ook af van de context.

We spreken elkaar soms ook aan op goestingveroudering of we proberen iemand te motiveren om zijn goestingveroudering te rekken. Zeker leidinggevenden zijn daar goed in. Als je aangeeft dat je een taak niet zo leuk meer vindt, dan komen ze af met het argument dat jij dat zo goed kan. Ze chanteren wanneer ze zich wanhopig afvragen aan wie ze die opdracht dan wel kunnen geven. En ja dat klopt, er is niemand die dat nu goed kan, denk je. Dus doe je het toch maar weer. Maar dat knaagt. En je wilt daarvan af.

Afbeelding
motivatie

 

 

Goestingveroudering is niet hetzelfde als leeftijdsveroudering en er is ook geen correlatie tussen beiden. Oudere mensen hebben niet automatische een trage goestingveroudering. Ze weten alleen beter wat hun goesting geeft. Jonge mensen zijn ook niet automatisch gemotiveerd door verandering. Goestingveroudering heeft ook niets te maken met competentie. Ook al kan je het heel goed, het kan op zijn.

Geef het tijdig aan. Maak duidelijk tot wanneer je iets nog wilt doen. Zeg dat je begrijpt dat er een inwerkperiode is. Dat je er graag voor zorgt dat je iemand alles aanleert die wel goesting heeft voor de taak. Jij geeft al je kennis door en je zoekt ondertussen wat je in de plaats kunt doen.

Weet je dat nu al, nog beter, dan is deze uitwisseling een win-win. Dat is beslist mogelijk want er zijn zoveel nieuwe dingen die op ons afkomen dat er beslist iets is dat je kunt opnemen. Lukt het niet meteen, geen nood. Focus er niet teveel op, wees geduldig en blijf wel aangeven wat je wilt veranderen.

De glinster verscheen in haar ogen, toen ze dit zei.

Ok”, zei Marijke, “ik begrijp nu dat ik me hier niet voor hoef te schamen. Ik weet dat mijn baas een uitdagende taak heeft die hij graag wil doorgeven . Die taak wil ik wel opnemen als ik ook iets uit mijn takenpakket mag verlichten. En ik weet welk kleine taak ik hiervoor in gedachten heb .” De glinster verscheen in haar ogen, toen ze dit zei. Ziezo, goesting gerepareerd.

Wim Thielemans is expert in gesprekken over werk en schreef het boek Jobrepair en Slim Interviewen.