Sectorale vormingsfondsen

0,10% wordt verplicht ingezet voor acties gericht naar ‘risicogroepen’ of 'kansengroepen' – die zijn per sector in een CAO gedefinieerd. In sommige sectoren is dat meer dan 0,10%. De vormingsfondsen zetten zo verschillende vormingsinitiatieven op.

De meeste Belgische sectoren hebben een vormingsfonds om vorming, training en opleiding in de eigen sector te stimuleren. Een gedeelte van de bruto loonmassa in de sector wordt daarvoor ingezet.

De sectorale werkgevers- en werknemersorganisaties beheren dit samen. 0,10% wordt verplicht ingezet voor acties gericht naar ‘risicogroepen’ of 'kansengroepen' – die zijn per sector in een CAO gedefinieerd. In sommige sectoren is dat meer dan 0,10%. De vormingsfondsen zetten zo verschillende vormingsinitiatieven op.

VIVO is zelf geen 'vormingsfonds', maar ontstond vanuit deze Fondsen om voor de social profit collectief in te spelen op vragen naar samenwerking vanuit de Vlaamse overheid en andere partners rond vorming en tewerkstelling. VIVO werkt daarvoor intens samen met de VSPF (Vlaamse Social Profitfondsen vzw)  en met de verschillende Vlaamse Vormingsfondsen.

Ook met de federale vormingsfondsen (ziekenhuizen, Ouderenzorg, Gezondheidsinstellingen en -diensten werken we samen via de overkoepelende vzw FeBi. De samenwerking zorgt ervoor dat de stem van de sociale partners vanuit de verschillende Vormingsfondsen wordt meegenomen inzake het Vlaamse arbeidsmarktbeleid.